Kaarsenkroon van twee hoogten met zes en drie armen

Het voorwerp bestaat uit twee ijzeren stangen, twee koperen spieën en de volgende delen van geel koper: de hangring, de figuur van een naakte vrouw met speer en vaantje, drie sierelementen, twee engeltjes, de stam, de knop, zes en drie armen met de er bij behorende vetvangers en houders.
De ronde hangring gaat onderaan over in een achtvlakkig buisstuk. De staande naakte vrouwenfiguur staat op een grondje met in het midden een gat (teneinde een spie in de ijzeren stang te kunnen bevestigen) en een inkeping aan de rand. Zij houdt een speer met een vaantje op. Om haar hals draagt zij een keten(?). Het haar is om haar hoofd gedrapeerd. Op het hoofd is een korte ijzeren stang aangebracht, waarop de hangring past. De stam is bol- en holrond geprofileerd met bovenaan een standring met inkepingen voor de drie sierstukken, dan een standring met inkepingen voor de drie bovenste armen, vervolgens een standring met inkepingen voor de onderste zes armen en met zes gaten ter plaatsing van de op een bol gezeten bazuinenengeltjes. Alle inkepingen en gaten zijn gemerkt met één, twee of meer punten. In het onderste zich versmallende eind van de stam zijn drie gaten geboord en is een ijzeren ring met behulp van twee nokken geklonken. Hiermee rust de stam op de aan de stang bevestigde geprofileerde knop. De gemerkte armen hebben in het midden een bol- en holrond geprofileerde nodus en verdikken zich een weinig aan weerszijden. Bij de stam lopen zij uit in spiraalvormige krullen. Naar buiten toe monden zij uit in de schroefeinden van ijzer, waarop de kaarsenhouders kunnen worden bevestigd. De ronde vetvangers hebben onderaan afstaande randen. De ronde in elkaars verlengde opengewerkte houders hebben holronde voeten, die op de armen zijn geschroefd. De sierelementen zijn voluutvormig en hebben een nodus in het midden.
Het hoofd van de naakte vrouw is gebroken en opnieuw aangebracht. Slechts het met drie punten gemerkte engeltje met de bazuin is oorspronkelijk. Het andere is een toevoeging uit de negentiende eeuw, de vier overige ontbreken. De met één en twee punten gemerkte sierelementen zijn misschien oorspronkelijk, het derde stuk, dat in kleur wat afwijkt, zou bijgemaakt kunnen zijn. De leeuwenkop met de trekring die onder de stam behoort te zijn bevestigd, is vervangen door een geprofileerde knop, die aan een geïmproviseerde ijzeren stang is geschroefd. Ook de spieën zijn vernieuwd.